maandag 2 december 2019

Kemphaan

De kemphaan (Calidris pugnax) is een vogel uit de familie van snipachtigen (Scolopacidae). Het voedsel bestaat uit insecten en larven. Het is in Nederland een ernstig bedreigde broedvogel die vroeger veel voorkwam in natte weilanden.

De Kemphaan is in Nederland een ernstig bedreigde broedvogel en staat als 'Ernstig bedreigd' op de Rode lijst.

De kemphaan is een steltloper met een lange nek. Mannetjes en vrouwtjes verschillen heel sterk (seksuele dimorfie). Het mannetje is ongeveer 30 cm lang, het vrouwtje 24 cm, dus een stuk kleiner. Het mannetje heeft in het broedkleed een kleurrijke kraag en kuif. De kleuren van deze kraag en kuif verschillen onderling: egaal van kleur of gebandeerd met kleuren tussen zwart, roodbruin, oranje of wit.

Mannetjeskemphanen komen bij elkaar op een speciale plek, ook wel stoeiplaats genoemd. Daar houden zij een soort schijngevechten tegen elkaar en de vrouwtjes komen daar kijken, en paren met een mannetje naar keuze. Uit onderzoek blijkt dat dit een uitgebreid ritueel is waaraan mannetjes op drie verschillende manieren kunnen meedoen. Er zijn territoriale mannetjes die een bepaald stukje van hoogstens 1 meter breedte van de stoeiplaats verdedigen tegen andere mannetjes die binnen het stukje van het territoriale mannetje worden geduld en daar soms ook paren met vrouwtjes die het stukje bezoeken. Er zijn ook mannetjes die het verenkleed van een vrouwtje maar de geslachtsorganen van een mannetje hebben.

Meest voorkomend (84%) zijn de territoriale mannetje. Zij hebben kragen en pluimen met de zeer uitgesproken kleuren. De satellietmannetjes (16%) hebben meestal witte of een beetje gespikkelde kragen, en de kemphanen van de zeldzame derde sekse hebben dus helemaal geen kraag. De verschillen tussen deze typen mannetjes liggen erfelijk vast. Het betreft echter geen aan het sekse-gen gebonden verschil.

De kemphaan kan in Nederland en Belgiƫ het hele jaar worden gezien. De vogel trok voor 2002 in het voorjaar in grote aantallen door, vooral in april. De najaarstrek is minder opvallend en vindt plaats tussen juli en september. Een klein aantal overwintert. De meeste vogels die in Nederland werden geringd, zijn terug gevonden in Spanje, Portugal en Noord- en West-Afrika.

Als broedvogel is de vogel bijna uitgestorven in Nederland. In 1950 broedden er in Nederland nog 6000 paar, in 1980 800-1100 en rond 2002 nog maar 120 en daarna ging het verder bergafwaarts. In 2012 waren er vier meldingen van vogels die mogelijk hadden gebroed. Sinds 2002 neemt ook het aantal doortrekkers sterk af. In Vlaanderen is de kemphaan sinds 1977 als broedvogel verdwenen.