maandag 27 januari 2020

Kraanvogel

De kraanvogel (Grus grus) is een vogel uit de familie van de kraanvogels (Gruidae) en de orde van de kraanvogelachtigen. Deze soort wordt ook wel aangeduid met de naam Europese of Euraziatische kraanvogel. Het is een vogel die broedt in hoogveenmoerassen en in het oosten van de Lage Landen als doortrekker wordt waargenomen.


De Europese kraanvogel, dat is de ondersoort G.g. grus is groter dan de ooievaar. Een ooievaar is gemiddeld 107 cm, de kraanvogel is 95 tot 120 cm lang. De kraanvogel heeft een spanwijdte van 2 tot 2,3 meter waardoor de vlucht majestueus van aanblik is. Het verenkleed is overwegend licht blauwgrijs met op de rug roestkleurige vlekken. De achterkant van de kop is wit terwijl de keel zwart is. Ook boven op de kop bevindt zich een zwart gedeelte met een donkerrode kruin.

Kraanvogels zijn alleseters. Wanneer ze in hun broedgebied of in hun winterverblijf zijn, eten ze voornamelijk dierlijk voedsel zoals grote insecten, wormen en amfibieën. Wanneer ze op doortrek landen in akkerbouwgebieden eten ze achtergebleven maïskorrels, granen en aardappelen die op de velden zijn blijven liggen of eikels (vooral in Spanje waar combinaties van akkerbouw met schaduwgevend eikenbomen gangbaar is).

De Europese kraanvogel kwam altijd al en komt nog steeds in de Benelux vooral als trekvogel voor wanneer hij van en naar zijn zomergebied trekt. In maart en april en van eind oktober tot in december trekken deze vogels over het oosten van Nederland en België. Er zijn een aantal plaatsen in Nederland die dienen als belangrijke tussenstops die de kraanvogels gebruiken om aan te sterken: Zuid-oost-Brabant, Noord-Limburg, Overijssel en Drenthe.

De kraanvogel heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op uitsterven uiterst gering. De grootte van de populatie wordt geschat op 360 tot 370.000 individuen. Er zijn geen harde cijfers over trends. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de soort snel in aantal achteruit gaat. Daarom staat de kraanvogel als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.

Er zijn echter factoren die nadelig werken op de stand van de kraanvogel. Broed- en foerageergebieden zoals van rietvelden, hoogveenmoerassen en akkerbouwgebieden worden te veel versnipperd door infrastructuur, toerisme en veranderingen in de keuze van gewassen door hervormingen en intensivering van de landbouw en verdroging. Veel kraanvogels vliegen tegen de draden van hoogspanningsmasten. In Zuid-Europa en Noord-Afrika worden ze nog vaak geschoten.

Kraanvogels zijn actieve vogels die zeer opvallen door hun balts en dans waarmee ze zelfs luidruchtig naar elkaar roepen. Vooral in het voorjaar wanneer wat oudere vogels hun broeddrift tonen, is hun dans bijzonder mooi: tijdens de dans springen de beide vogels met uitgestrekte vleugels om elkaar heen en springen soms enkele meters hoog.

Een kraanvogelpaar maakt een nest in een graspol te midden van een moeilijk bereikbaar moeras. Meestal is er slechts één jong. Het jong verlaat reeds snel het nest, lang voor het kan vliegen, dit om roofdieren zo weinig mogelijk kans te geven. De ouders lopen met het jong rond in de beschutting van een bos en voederen het bij tot het in staat is te vliegen en zelf eten te vinden.