dinsdag 9 juni 2015

Nijlgans

De Nijlgans (Alopochen aegyptiaca) behoort tot de familie Anatidae (zwanen, ganzen en eenden). In deze familie zit ze in de onderfamilie Tadorninae (halfganzen). Dit zegt meteen iets over het formaat. De naam nijlgans is verwarrend, want zij behoort niet tot de onderfamilie Anserinae (zwanen en ganzen). De oude Egyptenaren beschouwden de nijlgans als een heilig dier en beeldden haar regelmatig af in hun kunst.


De lichaamslengte bedraagt 63 tot 73 cm en het gewicht 2,5 kg. Het verenkleed van beide geslachten is gelijk. De nijlgans leeft voornamelijk op land, hoewel ze goed kan zwemmen. In het broedseizoen verdedigt ze een territorium, soms zelfs agressief, maar ook onderling zijn ze weinig verdraagzaam. Die agressiviteit is trouwens het handelsmerk van deze ganzen. Ze passen brute kracht toe om het nest van een andere vogel in te pikken - waarvan vooral grauwe ganzen, maar ook roofvogels, kraaien, eenden en dergelijke, slachtoffer zijn - en om de kleintjes van andere eendachtigen te verdrinken. De nijlgans eet zaden, bladeren, grassen en stengels. Af en toe eet dit dier sprinkhanen, wormen en andere kleine dieren.

Deze soort komt algemeen voor in Afrika in het dal van de Nijl, maar verder door het hele continent zuidelijk van de Sahara. De leefgebieden liggen langs meren, rivieren en in moerassen. De vogel mijdt gebieden met woestijnen en dichte bossen. Ontsnapte siervogels vormden na de jaren 1960 verwilderde populaties in Oostenrijk, Belgiƫ, Denemarken, Nederland, Groot-Brittanniƫ en de Verenigde Arabische Emiraten. Zij leven daar als exoten.

Voorkomen in Nederland
In Nederland komt de nijlgans sinds 1967 voor als exoot. Omstreeks 1999 bedroeg het aantal broedvogels 4500 tot 5000 paar en omstreeks 2009 bedroeg dit aantal 10.000 tot 13.900 paar. Het tempo van toename lag rond 1980 bij de 25% per jaar en vlakte rond 2010 af tot 6% per jaar.

Status
De nijlgans heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) gering. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. In Afrika wordt er veel op de vogel gejaagd en daar nemen de aantallen af. Echter, het tempo van achteruitgang ligt onder de 30% in tien jaar (minder dan 3,5% per jaar). Om deze redenen staat de nijlgans als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.