maandag 8 juni 2015

Pimpelmees

De Pimpelmees (Cyanistes caeruleus, vroeger Parus caeruleus) is een mees die in vrijwel heel Europa regelmatig voorkomt. Pimpelmezen zijn veel te zien in bossen, tuinen en struwelen. Het zijn slimme, behendige vogels die graag afkomen op in de tuin opgehangen voedsel. Het aantal pimpelmezen in Nederland neemt nog altijd toe.


Volwassen pimpelmezen zijn circa 12 centimeter groot met een spanwijdte van 17-20 centimeter en een gewicht van ongeveer 12-15 gram, dit is kleiner dan de koolmees. De pimpelmees heeft een vrij onmiskenbaar verenpak met zijn kobaltblauwe kruin, staart en vleugels die duidelijk afsteken tegen het geel van zijn onderkant. Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is vrijwel niet waar te nemen. In juveniel kleed is hij op de kop groenig in plaats van blauw en op de wang gelig. De roep van de pimpelmees klinkt als tsi tsi tsit, de zang is een hoog si si sirrr, gevolgd door bellende geluiden, en lijkt iets feller dan die van de koolmees. De vlucht van de pimpelmees is meestal gelijk aan die van andere mezen. In boogjes zweeft hij door de lucht, in de tussenpozen slaat hij met de vleugels.

Seksuele selectie
Pimpelmezen zien elkaar anders dan wij ze zien doordat zangvogels, waartoe pimpelmezen behoren, heel goed uv-licht kunnen waarnemen, dit in tegenstelling tot de mens. Kleuren lichten daardoor aanzienlijk feller op. Dit is essentieel voor het vrouwtje om het mannetje te kiezen waar zij de voorkeur aan geeft. Het gekleurde 'petje' is hierbij het belangrijkste deel van het mannetje dat indruk moet maken op het vrouwtje. Uv-gevoeligheid helpt om het verenkleed voor soortgenoten helder zichtbaar te maken en toch voor roofdieren minder goed zichtbaar te zijn aangezien die - net als de meeste andere dieren - geen uv-licht kunnen waarnemen. Voor vrouwtjespimpelmezen spelen ook de dans en zang van het mannetje, en door hem aangeboden voer, een rol bij de partnerkeuze.

Levenswijze
Pimpelmezen leven vooral in bosrijke gebieden en tuinen met veel groen. De vogels zijn vooral tussen struikgewas, houtwallen en houtsingels te vinden. Ze voelen zich echter overal waar bomen staan al thuis. Pimpelmezen zijn schuwer dan koolmezen. Het is bekend dat ze trucjes kunnen leren om aan voedsel te komen (zie Melkdoppenincident). Het geschatte aantal paren pimpelmezen in Nederland is ongeveer 275.000 - 325.000 en stijgt nog steeds. De gemiddelde levensduur van een pimpelmees in goede leefomstandigheden bedraagt ongeveer 3 jaar, met weinig roofdieren en zachte winters kan ook een leeftijd van 8 jaar worden bereikt. De oudst geregistreerde leeftijd voor een pimpelmees is 19 jaar.

Bladluizenbestrijding
Pimpelmezen kunnen behulpzaam zijn voor eigenaren van fruitbomen en grote fruitgewassen omdat ze de bladeren van deze gewassen ontdoen van onder andere bladluizen. Op die manier vormen ze een biologische bestrijding van bladluizen. Er treedt daarbij vaak wel mechanische schade aan het blad op.

Melkdoppenincident
Door hun goede leervaardigheid moest rond de jaren 1960-1970 een alternatief gezocht worden om melk- en karnemelkflessen te sluiten. Tot die tijd was het gebruikelijk dat de flessen waren gesloten met een dunne, gekleurde aluminiumfolie. De kleur van de folie gaf aan of de inhoud gewone melk of karnemelk was. Flessen werden bovendien door de leverancier vaak buiten, voor de deur, achtergelaten. Pimpelmezen leerden dat karnemelk lekker was en dat ze de dunne folie konden verwijderen om van de inhoud te kunnen snoepen.

Voortplanting
In de broedtijd eten pimpelmezen voornamelijk insecten en insectenlarven. Zij nestelen in boomholten en ook vaak in nestkastjes. Hun voorkeur gaat uit naar een vlieggat dat een paar millimeter kleiner in doorsnede is dan dat van de koolmees. Het gat varieert daarmee tussen de 28-30 mm, een verschil van gemiddeld een halve centimeter. Een geschikte nestkast heeft een minimale binnenmaat van 12x12x25 centimeter.

Aan het begin van het voorjaar en in het begin van de zomer wordt de pimpelmees seksueel actiever, maar vanaf het moment dat de dagen gaan lengen (21 december) begint het mannetje al frequent te zingen.

Wanneer een koppeltje pimpelmezen elkaar heeft gevonden blijven zij gedurende een of twee broedsels bij elkaar en nemen ze beide de verantwoordelijkheid voor het voeren van de jongen. Het is echter niet vreemd als het koppeltje hetzelfde nest jaren achter elkaar samen gebruikt of dat het nest wordt overgenomen door één van hun jongen. Een gemiddeld nest bevat 10 tot 12 eieren waarvan meestal 80% uitkomt; 40% van de jongen wordt volwassen. Het grootste deel van de pimpelmezen overleeft strengere winters meestal niet.