maandag 8 juni 2015

Roodborsttapuit

Roodborsttapuiten zijn vogels van open tot halfopen, vaak droge terreinen met enige struweelopslag of hoog opschietende kruiden, zoals heidevelden. Het goed verborgen nest wordt op of net boven de grond gebouwd. Vanaf een uitkijkpost in het territorium wordt het grootste deel van het uit insekten en ander klein gedierte bestaande voedsel opgespoord. Onze roodborsttapuiten brengen de winter veelal door in Zuidwest-Europa.


Jaarvogel
Vrij talrijke broedvogel; doortrekker in vrij klein aantal; wintervogel in uiterst klein aantal. De roodborsttapuit komt bijna overal voor in gematigd Europa.

Biotoop
Duinen, heide, hoogveen, rietland en ruigte.

Voedsel- en broedbiotoop
Roodborsttapuiten zoeken hun voedsel en nestgelegenheid in structuurrijke open gebieden. Vaak zijn dit overgangszones van open gebied (heide) naar bos. De toppen van lage bomen en struiken worden veel als uitkijk- en zangpost gebruikt. Het nest wordt laag bij de grond gemaakt, goed verscholen in een dichte vegetatie.

Voedsel
Voornamelijk insecten maar ook wormen, spinnen, slakken, zaden en bessen.

Aantal legsels
2 of 3, soms 4, aantal eieren 5-6.