De kleine karekiet is een echte moerasbewoner. De markante, krassende zang (met altijd een 'karre-karre-kiet-kiet-kiet' achtige strofe) maakt vrijwel elke natte ruigte en ieder rietland compleet. De voorkeur van deze onopvallende bruine vogel gaat uit naar rietlanden, welke met de stengels in ondiep water staan. Kleine karekieten zoeken naar voedsel in natte ruigten, waar ze grote aantallen insecten verorberen. In goede broedgebieden, zoals de laagveenmoerassen in Nederland, kunnen kleine karekieten in kolonies broeden.
Europese verspreiding
Europese verspreidingIn vrijwel alle
laaglandgebieden van Europa komt de kleine karekiet voor: van Zuid-Scandinavië
tot in het Middellandse Zeegebied. De rivier Wolga vormt ruwweg de oostgrens van
het verspreidingsgebied.
Biotoop
Moeras, plassen, rietland en
ruigte
Voedsel- en broedbiotoop
De kleine karekiet heeft een
voorkeur voor uitgestrekte rietmoerassen en rietkragen langs plassen en vaarten.
Het nest wordt voornamelijk door het vrouwtje gebouwd. Ze weeft een diepe
komvormig nest tussen
rietstengels.
Voedsel
Insecten
Broeden
KoloniebroederIn
goede broedgebieden semi-koloniekbroeder.
Aantal legsels
Eén, soms 2 legsels per jaar. Aantal eieren 4, soms 3-6